Begroting 2025
Organisatieontwikkeling
Paginanummer in website: 205Organisatieontwikkeling
De lange termijn ontwikkeling van de organisatie gebeurt langs de lijn van de organisatievisie; bestaande uit de zeven bouwstenen die in onderstaande afbeelding zijn weergegeven.
Voor de jaren 2024-2027 ligt de focus voor de ontwikkeling op de drie groen gearceerde bouwstenen:
- 1. Rotterdammer Centraal. In onze werkwijze stellen we de leefwereld van de verschillende Rotterdammers, bedrijven en bezoekers centraal. We pakken vraagstukken aan op het meest passende niveau (stad, wijk of individu).
- 2. Eén Concern. We zijn één concern en werken -intern en extern- integraal samen aan opgaven voor de stad.
- 3. Inzet en ontwikkeling van talent. Optimale inzet en ontwikkeling van al onze medewerkers. De organisatie is een afspiegeling van de stad.
Het operationaliseren van de organisatievisie gebeurt door integraal te werken aan cultuur, leiderschap, processen, systemen, sturing en structuur.
Kiezen voor Rotterdam
Kiezen voor Rotterdam is de titel van de bezuinigingsopgave voor de gemeentelijke organisatie. Deze is gekoppeld aan de organisatieontwikkeling. Financieel gezien gaat het om een besparing van €150 miljoen op de organisatiekosten over de jaren 2024 tot 2027. De besluitvorming hierover is vastgelegd in de Voorjaarsnota 2023.
De organisatieontwikkelopgave is uitgewerkt in een programma. Dit programma heeft tot doel een flexibele en duurzame organisatie waar keuzes gemaakt worden teneinde de opgaven in de stad te realiseren zonder groei van de organisatie. Groei biedt niet altijd een antwoord op de gestelde vraag en is budgettair niet langer verantwoord.
Achtergrond
Kiezen voor Rotterdam is uitgewerkt aan de hand van vier ‘sporen’ waarlangs is gewerkt aan een kwalitatief betere en goedkopere – en dus efficiëntere – organisatie.
1. De grootste opgave uit het programma Kiezen voor Rotterdam is een krimp in de bedrijfsvoering. De bedrijfsvoering zijn activiteiten die ondersteunend zijn aan de primaire processen van de gemeente. Denk hierbij aan HR, ICT en financiën. Het verantwoordelijk management stuurt strakker op de omvang van de bedrijfsvoering.
2. Goede dienstverlening aan Rotterdammers staat voorop. De organisatie daarvan kan slimmer, beter en efficiënter, zonder aantasting van de kwaliteit. Dat kan bijvoorbeeld door locaties in de wijken efficiënter te benutten en een betere inrichting van de kanaalsturing in de dienstverlening om vragen, meldingen en klachten van Rotterdammers beter en sneller af te handelden.
3. Strategie, beleid en onderzoek: vanuit de één-concerngedachte.
De centrale strategische functie van de gemeentelijke organisatie richt zich op een gemeentebrede agenda. Die vindt zijn basis in het coalitieakkoord en de langetermijnopgaven voor de stad. De gemeentebrede agenda geeft richting aan de beleidsontwikkelingen in de verschillende organisatieonderdelen en krijgt koppeling met de centrale onderzoeksagenda. De verwachting is dat dit leidt tot effectievere beleidsinzet en gemeentelijke onderzoeken.
4. In de eerste helft van 2024 is besloten tot een gewenst organisatiemodel met een kleinere concerndirectie. Dat model is toegesneden op de uitvoering van de complexe opgaven waar Rotterdam voor staat, én het moet leiden tot een kleinere, efficiëntere organisatie. De concerndirectie legt het accent meer op strategische verantwoordelijkheid. Het operationele aspect verschuift naar de directeuren onder de concerndirectie.
Verwerking krimp
Halverwege 2024 zijn voorgenomen besluiten genomen over de vermindering van het aantal formatieplaatsen. De doelstelling is om in 2025 met 267 fte te krimpen, en vanaf 2026 met 556 fte.
In de begroting 2025 is een krimp van 265 fte voor 2025 en een krimp van 519 fte voor 2026 verwerkt. De uitwerking van de overige fte’s volgt nog.
Het aantal van 556 fte is iets lager dan het aanvankelijke uitgangspunt van 570 fte. Dat komt vooral doordat bij ‘onderzoek’ de opgave wordt verwerkt op materiele kosten in plaats van arbeidskosten.
Financiële verwerking
De besparingsopgave is bij de voorjaarsnota 2023 meerjarig voor een groot deel verwerkt onder het programma Algemene Middelen en voor een klein deel bij het programma Overhead. Bij de eerste herziening 2024 is de jaarschijf 2024 vanuit het programma Algemene Middelen verdeeld over de overige begrotingsprogramma's. Hierbij is tevens een bestemmingreserve van ca € 2,1 mln gevormd voor programma- en frictiekosten.
Bij de begroting 2025 wordt de opgave vanuit het programma Algemene Middelen grotendeels verdeeld over de overige begrotingsprogramma’s, op basis van de verwerkte reductie op de formatie. Tevens wordt de reserve aangevuld met € 1 mln tot € 3,1 mln.
Met de voorgenomen maatregelen worden de structurele opgave behaald. Deze is echter nog niet geheel verwerkt in deze begroting. Na verwerking in deze begroting resteert nog een bedrag bij het programma Algemene Middelen van €2,4 mln voor 2025, € 9,8 mln voor 2026 en €4,2 mln voor 2027. Dit komt doordat een deel van de opgave nog niet is verwerkt in fte’s. Op enkele onderdelen volgt namelijk nog een kwalitatieve uitwerking. Daarnaast kan er bij interne doorbelasting van medewerkers sprake zijn van intern verlies van baten (batenderving). Dit is het geval wanneer medewerkers worden betaald uit andere dekkingsbronnen dan de algemene middelen. In die gevallen is het niet mogelijk de besparing in zijn geheel in te boeken. Dit speelt bij bijvoorbeeld investeringen en dekking uit subsidies.
Verwerking van het resterende deel vindt plaats bij de eerste begrotingsherziening 2025.
Meer informatie is te vinden in de monitor organisatieopgave.