Jaarstukken 2024

Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen

Paginanummer in website: 229

Niet uit de balans blijkende verplichtingen

De niet uit balans blijkende verplichtingen zijn langlopende overeenkomsten waaruit één of meerdere verplichtingen voortvloeien. Hiertoe rekenen we ook de verplichtingen die slechts voor één jaar of minder zijn aangegaan, die in de loop van het jaar zijn ontstaan en per ultimo van dat betreffende jaar nog voortduren. Er dient gerapporteerd te worden over alle contracten die boven het drempelbedrag liggen van de Europese aanbestedingsregels. De meerjarige contracten nemen we op voor het volle bedrag waarover het contract is gesloten.

De volgende verplichtingen worden onderscheiden:

  • garantieverplichtingen
  • inkoop- en afnameverplichtingen
  • huurverplichtingen
  • subsidieverplichtingen
  • leveringsverplichtingen
  • arbeidskostengerelateerde verplichtingen

Onderstaand volgt de beschrijving van garanties en borgstellingen zoals wordt voorgeschreven in artikel 57 van het BBV. Vervolgens is, conform artikel 53 van het BBV, een beschrijving van de belangrijkste overige financiële verplichtingen opgenomen. Ten slotte wordt een overzicht van de niet uit de balans blijkende rechten getoond.

Buiten balanstelling Gegarandeerd bedrag 31-12-2023 Gegarandeerd bedrag 01-01-2024 Gegarandeerd bedrag 31-12-2024
Niet uit de balans blijkende verplichtingen      
1. Borgstellingen waarborgfondsen met achtervang gemeente Rotterdam 9.010.380 9.010.380 9.051.463
2. Garanties volkshuisvesting particulieren 23.866 23.866 20.407
3. Garanties ten behoeve van rechtspersonen 4.366 4.366 2.923
Totaal achtervang, garanties en borgstellingen 9.038.612 9.038.612 9.074.793

Achtervang, garanties en borgstellingen

Achtervang, garanties en borgstellingen (bestaande uit waarborgfondsen, garanties volkshuisvesting particulieren, gemeenschappelijke regelingen) Gegarandeerd bedrag 01-01-2024 Gegarandeerd bedrag 31-12-2024
1. Borgstellingen waarborgfondsen met achtervang gemeente Rotterdam 9.010.380 9.051.463
2. Garanties volkshuisvesting particulieren 23.866 20.407
3. Garanties ten behoeve van rechtspersonen 4.366 2.923
Totaal achtervang, garanties en borgstellingen 9.038.612 9.074.793

De onder de buiten balanstelling opgenomen posten worden hieronder nader toegelicht.

 

1. Borgstellingen van waarborgfondsen op Rotterdams grondgebied met achtervang gemeente

Borgstellingen van waarborgfondsen op Rotterdams grondgebied met achtervang gemeente Gegarandeerd bedrag 01-01-2024 Gegarandeerd bedrag 31-12-2024
a. Waarborgfonds Eigen Woning (WEW) 2.049.000 1.930.000
b. Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) 6.961.380 7.121.463
Totaal borgstellingen van waarborgfondsen 9.010.380 9.051.463

De gemeente fungeert als achtervanger bij twee verschillende waarborgfondsen, de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) en de Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Als achtervanger is de gemeente verplicht om renteloze leningen te verstrekken aan de waarborgfondsen als die in liquiditeitsproblemen komen door een te laag fondsvermogen. In lijn met de voorgaande jaren wordt het gegarandeerde bedrag weergegeven als het totaal van de borgstellingen die de waarborgfondsen hebben afgegeven op Rotterdams grondgebied. Dit is niet het werkelijke risicobedrag voor de gemeente Rotterdam. Bij aanspraak op alle achtervangers door de waarborgfondsen voor renteloze leningen wordt het hier gepresenteerde bedrag als verdeelsleutel gehanteerd. De VNG is gevraagd een methodiek te ontwikkelen voor de verslaglegging over de achtervangpositie en de berekening van het risico waarmee de achtervangpositie gepaard gaat.

Ad 1.a Achtervang Waarborgfonds Eigen Woning

Het WEW biedt via de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) aan de geldgevers zekerheid voor het geval de hypotheekgever niet aan zijn financiële verplichtingen voldoet. Geldgevers kunnen het WEW aanspreken voor de restschuld bij gedwongen verkoop. De achtervangfunctie van de gemeente geldt alleen voor hypotheken die tot 1 januari 2011 zijn afgesloten, daarna is sprake van 100% achtervang van het Rijk. De Rotterdamse achtervangpositie bij WEW neemt jaarlijks verder af. Volgens de laatste opgave van het WEW wordt borg gestaan voor leningen onder Rotterdamse achtervang (afgegeven tot 2011) met een oorspronkelijke leningbedrag van € 1,9 mrd. Dit is 0,7% van het totaal door het WEW gegarandeerd bedrag (€ 235,3 mrd).

Ad 1.b Achtervang Waarborgfonds Sociale Woningbouw

Het WSW heeft als doel om de toegang tot de kapitaalmarkt voor de deelnemende woningcorporaties te bevorderen. Daarvoor biedt zij zekerheid aan geldgevers van woningcorporaties voor de rente- en aflossingsverplichtingen van de geborgde geldleningen. De woningcorporaties betalen hiervoor een borgstellingsvergoeding aan het WSW. Pas als de buffers van het WSW ontoereikend zijn, wordt de achtervang van het Rijk en de gemeenten aangesproken. In 2021 zijn de afspraken tussen WSW, de corporaties en de achtervangers gewijzigd. Vóór 1 augustus 2021 stonden gemeenten rechtstreeks in de achtervang voor individuele leningen. Voor leningen na 1 augustus 2021 worden leningen achteraf aan gemeenten toegerekend naar rato van het bezit van de betreffende corporatie dat zich in de gemeente bevindt. Van het totaal van € 97,2 mrd door het WSW geborgde bedrag heeft € 7,1 mrd betrekking op de achtervang van de gemeente Rotterdam.

2. Garanties uit hoofde van volkshuisvesting – particulieren

Garanties volkshuisvesting particulieren Gegarandeerd bedrag 01-01-2024 Gegarandeerd bedrag 31-12-2024
a. Hypotheekgaranties (50% contragarantie Rijk) 21.787 19.063
b. Garantie NRF-leningen 2.079 1.344
Totaal garanties volkshuisvesting particulieren 23.866 20.407

Ad 2.a Hypotheekgaranties

Deze hypotheekgaranties zijn in het verleden rechtstreeks door de gemeente ten behoeve van particulieren verstrekt. Tot 1995 gold er een rijksregeling. Eventuele verliezen op grond van deze regeling komen voor 50% voor rekening van het Rijk en voor 50% voor rekening van de gemeente. Het risico voor de gemeente is 50% van het verschil tussen restantschuld en de waarde van de woning bij verkoop. Bij de instelling van het WEW in 1995 eindigde deze rijksregeling.

Ad 2.b Garantielening NRF-leningen

In 1992 is de Samenwerkingsovereenkomst en de Overeenkomst inzake Zekerheidsfonds tussen de gemeente Rotterdam en de Stichting Nationaal Restauratiefonds (NRF) getekend. Hierbij heeft de gemeente Rotterdam zich garant gesteld voor door het NRF uitgegeven geldleningen aan voornamelijk particulieren.

3. Garanties ten behoeve van rechtspersonen

Achtervang, garanties en borgstellingen t.b.v. rechtspersonen Geldnemer Aandeel Rotterdam Hoofdsom Gegarandeerd bedrag 01-01-2024 Gegarandeerd bedrag 31-12-2024
           
Kunst St Muziektheater de Ontmoeting 100% 319 269 264
Zorg Stichting Argos Zorggroep 100% 4.813 1.914 1.787
  Stichting Humanitas 100% 1.157 476 0
  Stichting Laurens 100% 3.864 644 322
  Stichting Lelie Zorggroep 100% 327 123 0
Sport en recreatie Stadion Excelsior BV 100% 590 54 0
  St. Koninklijke Rotterdamse Diergaarde 100% 3.800 309 0
  Watersportvereniging Aegir 100% 25 3 0
 Overig Woonwerkvereniging de Lelie 100% 763 575 550
Totaal garanties ten behoeve van rechtspersonen     15.658 4.366 2.923

 

Overige garanties en borgstellingen en ten behoeve van rechtspersonen

Ultimo 2024 was het totaal gegarandeerde bedrag € 2,9 mln (2023: € 4,4 mln). Dit betrof 5 verschillende geldnemers (2023: 9) met totaal 8 geldleningen (2023: 12). De meeste borgstellingen zijn vóór 2008 afgegeven. In 2024 zijn geen nieuwe borgstellingen verleend. 

De garantieverplichtingen betreffen met name instellingen in het segment Zorg. Het gaat hierbij om leningen ten behoeve van de investeringen in zorginstellingen, waarbij de garanties in eerste instantie in de jaren 1970 – 1990 zijn afgegeven. In de jaren 90 zijn een aantal schulden geherfinancierd en opnieuw gegarandeerd. Stichting Humanitas en Stichting Lelie Zorggroep hebben in 2024 de leningen vervroegd afgelost. Het totale schuldrestant van de leningen in het segment Zorg is mede daardoor teruggelopen van € 3,2 mln ultimo 2023 naar € 2,1 mln ultimo 2024.

Ook Stadion Excelsior en Diergaarde Blijdorp hebben hun leningen in 2024 vervroegd afgelost. Eind 2024 resteert er in het segment Sport en recreatie nog één lening van watersportvereniging Aegir met een zeer lage restantschuld die in 2025 wordt afgelost.

Bankgaranties

Ultimo 2024 heeft de gemeente Rotterdam voor in totaal € 0,1 mln aan bankgaranties uitstaan.

Renteswaps

De gemeente heeft in 2009 en 2010 renteswaps afgesloten om toekomstige renterisico’s te beperken. Daarna zijn geen nieuwe renteswaps meer afgesloten. Het totale volume van de lange financieringsbehoefte dat door middel van swaps tegen toekomstige renterisico’s is beschermd bedraagt per ultimo 2024 € 185 miljoen. Deze swaps zijn afgesloten bij de Bank Nederlandse Gemeenten, een van de meest veilige banken ter wereld. De renteswaps zijn effectief.

Bedragen x € 1.000

BNG 253507

BNG 253508

BNG 260784

Type instrument

Payer swap

Receiver swap

Payer swap

Tegenpartij

BNG Bank

BNG Bank

BNG Bank

Rating

AAA

AAA

AAA

Onderliggende waarde

100.000

-100.000

85.000

Jaar van afsluiten

2010

2010

2010

Ingangsjaar

2010

2010

2012

Looptijd

50 jaar

20 jaar

50 jaar

Betaalde rente

3,103%

Euribor

3,310%

Ontvangen rente

Euribor

3,350%

Euribor

Onderliggende lening(en)

10017700

10018970

10018980

10019010

Hoofdsom onderliggende lening(en)

100.000

85.000

Marktwaarde per 31-12-2023

-13.958

3.919

-17.201

Marktwaarde per 31-12-2024

-18.201

4.266

-20.995

Een renteswap heeft bij afsluiten een marktwaarde van € 0. Afhankelijk van ontwikkelingen in de marktrente kan zich gedurende de looptijd van een renteswap een (positieve of negatieve) marktwaarde ontwikkelen. De marktwaarde van de renteswaps zal echter aan het einde van de looptijd altijd weer teruglopen tot € 0. De theoretische marktwaarde van de renteswaps bedroeg ultimo 2024 -/- € 34,9 (ultimo 2023 was dit -/- € 27,2 mln). Deze marktwaarde is echter alleen van belang indien er sprake is van een bijstortverplichting – daarbij wordt een bedrag tot maximaal de marktwaarde ter zekerheid aan de tegenpartij in onderpand gegeven – of als er voortijdig moet worden afgekocht. Omdat voor de gemeente geen bijstortverplichting geldt en er contractueel geen bijzondere ontbindende voorwaarden bestaan, is deze theoretische marktwaarde voor de gemeente niet relevant.

Inkoopverplichtingen

Onderstaand worden de lopende contracten vermeld waarvoor langlopende inkoopverplichtingen bestaan.

Inkoop- en afnameverplichtingen  Openstaande verplichting
Categorie  
Activiteiten                                                  42
Automatisering                                            38.005
Communicatiekosten                                              6.721
Facilitaire diensten                                          498.705
Financiele diensten                                              4.986
Flexibele arbeid                                            26.104
Gebouwen & Installaties                                          210.849
GREX                                              2.782
Horeca                                                    9
Kantoorbenodigdheden                                              2.846
Maatschappelijke activering                                            66.628
Materialen                                            21.513
Medische kosten                                              2.353
Natuur en Milieu                                                185
Niet-Inkoop en specifiek                                              1.479
Overige materiële kosten                                                594
Personeelskosten                                              6.079
Subsidies                                                  54
Telecommunicatie                                              4.460
Uitbestede werkzaamheden                                          258.194
Veiligheid & Middelen                                              5.899
Verkeer & Parkeer                                            26.801
Vervoer                                            53.538
Vervoer & Logistiek                                            13.426
Voorziening                                              2.086
Werken                                          321.807
Eindtotaal 1.576.143

Huurverplichtingen

Voor de vastgoedexploitatie wordt een aantal vastgoedobjecten meerjarig gehuurd. Onderstaande tabel toont de huurverplichtingen voor 2024 en de daaropvolgende jaren.

Huurverplichtingen  Openstaande verplichting
Huurcontract voor:  
Concernhuisvesting 362.213
Onderwijs 247.795
Sport en Recreatie 16.505
Kunst en Cultuur 115.775
Overige 51.447
Totaal                                                                                                793.735

Subsidieverplichtingen

Verplichtingen van subsidies die toegekend zijn in 2024 waarvan de activiteiten gedeeltelijk of geheel plaatsvinden in 2025.

Subsidieverplichtingen Openstaande verplichting
179 Natuur en Milieu 10.739
SO Gebiedsontwikkeling 6.157
SO Algemeen 3.660
SO Duurzaamheid 3.444
SO Duurzaamheid Gebouwen 2.900
Werkgelegenheid 1.650
SO Economie 430
Jeugd - Kansrijk Opgroeien 413
Jeugd - Jeugdhulp A 385
SO Duurzaamheid Gebiedsaanpak 384
552 - PWVB 210
Zorg en Maatschappelijke Opvang 170
Algemeen 111
Veiligheid 50
Citylab010 42
Jeugd - Sociaal Medische Indicatie 39
SB Klimaat 24
Duurzaam 10
Projectsubsidies cultuur 3
179 Sport 3
Leefstijl, Leefomgeving en Indicatie 2
Welzijn Gebied 0
Jeugd - Overige Jeugd 0
Totaal                                       30.826

Arbeidskostengerelateerde verplichtingen

Voor de arbeidskosten gerelateerde verplichtingen met vergelijkbaar volume is door het college een eenduidige gedragslijn ontwikkeld. Voor de arbeidskostengerelateerde verplichtingen heeft de gemeente geen voorziening getroffen. Uitgangspunt is het BBV waarin staat voorgeschreven dat voor arbeidskostengerelateerde verplichtingen met een jaarlijks vergelijkbaar volume, zoals voor verlofsparen, geen verplichting mag worden opgenomen. Uitzonderingen vormen specifieke posten voor pensioenen van bestuurders. Jaarlijks wordt een inventarisatie gemaakt van de arbeidskostengerelateerde verplichtingen (met onderbouwing). Op grond van de onderbouwing wordt beoordeeld of de geïnventariseerde verplichtingen leiden tot een verstorend effect.

Er is sprake van een verstorend effect indien de mutaties in de omvang van de gemiddelde verplichtingen of de lasten voor arbeidskostengerelateerde verplichtingen, over een periode van vier jaar meer dan 2% bedraagt van het totaal aan personele lasten van de jaarrekening (t-1). Indien sprake is van een verstorend effect, is sprake van een ‘niet vergelijkbaar volume’. In dat geval wordt in de concernjaarrekening een voorziening gevormd voor het deel dat de norm van 2% overschrijdt. Indien het risico zich voordoet, dan beslist het college bij de bestuursrapportages over de budgettaire consequenties. De gemiddelde omvang van de aan arbeidskostengerelateerde verplichtingen in de periode 2025 tot en met 2028 bedraagt € 36,6 mln, waarbij de mutaties in de jaarschijven per jaar onder de tolerantienorm van circa € 22,2 mln blijven. De gemeente blijft hiermee onder de norm en er is geen sprake van een verstorend effect.

Niet uit de balans blijkende rechten

Huurrechten

Huurvorderingen van huurcontracten op jaarbasis op portefeuilleniveau.

Portefeuille Openstaande vordering
Beheer Gebiedsontwikkeling 109.385
BNK Bedrijfsmatig onroerend goed 2.094
BNK Strategisch 262
BNK Wonen 128
Brandstofverkooppunten 36.878
Concernhuisvesting 1.141
Fonds Vitale Kernen 9
GO Beheer panden NPRZ 4.821
GO Beheer GREX 8.469
Grond 18.351
Kunst en cultuur 164.542
Onderwijs 16.324
Parkeren 32.446
Reclame 24.957
Sport en recreatie 66.614
Water 941
Welzijn en zorg 16.777
Totaal 504.141

Overige rechten

Niet van toepassing.